Algemeen
Algemene info over drugs
Wat en hoe
Definitie drugs
Drugs zijn stoffen die het menselijk bewustzijn beïnvloeden en om die reden worden gebruikt (Van Epen). Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen waardoor er geestelijke en lichamelijke effecten optreden (psychoactieve werking).
Indeling drugs
Hard- en softdrugs
Kijk voor meer informatie bij FAQ onder Wat zegt de wet?
Werking
De werking van de verschillende drugs kun je onderverdelen in drie categorieën: verdovend, stimulerend en bewustzijnsveranderend.
Er zijn middelen waarbij een lage dosering een ander effect heeft dan een hogere dosering.
Natuurlijk of synthetisch
Sommige drugs komen rechtstreeks uit de natuur, bijvoorbeeld cannabis, paddo’s, tabak, koffie en diverse ecodrugs. Er zijn ook middelen die gewonnen worden uit natuurlijke producten en chemisch worden bewerkt. Zo wordt cocaïne gemaakt van de cocaplant en opiaten (heroïne, morfine e.d.) worden gewonnen uit de papaverplant. Tot slot zijn er de synthetische drugs die worden gemaakt in laboratoria.
Effecten
Zinberg theorie
Er zijn diverse soorten drugs die gebruikt worden om uiteenlopende redenen en vanwege de verschillende effecten. Afhankelijk van de dosering kan een middel verschillende effecten hebben. Het effect heeft niet alleen te maken met de soort drug (verdovend, stimulerend of bewustzijnsveranderend), de dosering en de frequentie van het gebruik, maar ook met de persoon zelf (ook wel set), de omgeving en de omstandigheden (ook wel setting) waarin iemand gebruikt. Dit wordt ook wel de theorie van Zinberg genoemd.
Persoon (‘set)
Persoonlijke factoren die van invloed kunnen zijn op de effecten en risico’s van alcohol en andere drugs:
- zit je lekker in je vel?
- ben je lichamelijk gezond?
- gebruik je medicijnen?
- heb je voldoende gegeten en gedronken (geen alcohol)?
- wat voor een kleding heb je aan (te warm of te koud gekleed)?
Omgeving (‘setting’)
Bij de omgeving kun je denken aan factoren als:
- hoe is de temperatuur van de omgeving waarin je hebt gebruikt (koud of warm)?
- heb je gebruikt in een omgeving die vertrouwd voor je is?
- met wie heb je gebruikt: in je eentje, met mensen die je kent of met mensen die je niet kent?
- was de omgeving waarin je hebt gebruikt druk of juist heel rustig?
Stimulerend | oppeppend | opwekkend | 'uppers'
Bewustzijnsveranderend | Hallucinerend | 'Tripmiddelen'
Verdovend | 'Downers'
De hersenen
Het gebruik van drugs heeft invloed op stoffen in de hersenen die ervoor zorgen dat er seintjes gaan van de ene naar de andere zenuw. Bepaalde gebieden in de hersenen krijgen hierdoor de opdracht extra of juist minder te gaan werken. Deze stoffen worden ook wel neurotransmitters genoemd. Dopamine, serotonine en noradrenaline zijn hier voorbeelden van.
Dopamine
Deze stof prikkelt het beloningscentrum in je hersenen. Als je iets leuks doet, voel je je prettig, blij, voldaan en plezierig. Dopamine speelt dus een rol bij gevoelens en genot.
Serotonine
Serotonine is van invloed op je stemming. Gevoelens van geluk, medeleven en liefde nemen toe. Daarnaast is deze stof ook van invloed op je uithoudingsvermogen. Een laag serotoninegehalte kan zorgen voor problemen met het geheugen en gevoelens van somberheid. Verder is deze stof ook van invloed op oververhitting en uitdroging.
Noradrenaline
Noradrenaline zorgt voor euforisch, gespannen, angstig of opgewonden gevoel. Het speelt een rol bij ‘fight-or-flight’ (vechten of vluchten), een gedrag dat de mens van nature heeft. Je kunt er een verhoogde hartslag, bloeddruk of energieniveau van krijgen.
Voor de meest gangbare drugs kun je in de onderstaande animaties zien hoe ze werken in je hersenen en welke route ze afleggen in je lichaam.
FAQ
Het verslavingsproces
Als je alcohol of drugs gebruikt, wil dit niet zeggen dat je uiteindelijk verslaafd wordt. Het verslavingsproces bestaat uit verschillende fases: je bent niet van de ene op de andere dag verslaafd. Binnen dit proces is het mogelijk om van de ene fase terug te gaan naar een eerdere fase.
Kennismaking
Iedereen maakt kennis met alcohol en andere drugs. Een eerste kennismaking hoeft niet te betekenen dat je zelf voor de eerste keer iets gebruikt. Het kan ook te maken hebben met anderen zien drinken of blowen, door TV-programma’s of door erover te lezen.
Experimenteren
Experimenteren omdat je nieuwsgierig bent geworden naar het gebruik van alcohol en andere drugs: wat zijn de effecten en vind je deze prettig of juist niet? Of experimenteren met drugs door steeds iets anders te proberen. Op basis van wat het met je doet of wat het voor je oplevert, zul je uiteindelijk beslissen of je het vaker gaat doen of juist helemaal niet meer.
Sociaal gebruik
Je gebruikt alleen alcohol of andere drugs tijdens sociale gelegenheden. De betekenis van ‘sociale gelegenheden’ is voor iedereen anders. Sociaal gebruik leidt gewoontegebruik in de hand.
Gewoontegebruik
Bij gewoontegebruik is het, het woord zegt het al, een gewoonte geworden om tijdens bepaalde situaties of onder bepaalde omstandigheden te gaan drinken. Het kan een gewoonte zijn geworden om tijdens het eten altijd een wijntje te drinken of na het voetballen een biertje of een pilletje tijdens een dance event te nemen. Het kan een gewoonte zijn geworden dat je drinkt om je wat losser te voelen of andere drugs gebruikt om even je problemen te vergeten. Het gebruik heeft dan een duidelijke functie gekregen en er zijn situaties die onlosmakelijk verbonden zijn met het gebruik van middelen. Dit werkt problematisch gebruik in de hand.
Problematisch gebruik
Bij problematisch gebruik wordt er meer dan de ‘verantwoorde’ hoeveelheid gedronken of gebruikt. Het gebruik kan al problemen opleveren in de lichamelijk, psychische en sociaal-maatschappelijke sfeer. De functie van het gebruik wordt meer zichtbaar en het dagelijks leven wordt erdoor beïnvloed.
Verslaving
Je bent verslaafd als je leven volledig bepaald wordt door drugs. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Bij bepaalde middelen is je lichaam gewend geraakt aan de toegediende stoffen. Je hebt steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiken (tolerantie). Als je mindert of stopt met het gebruik, gaat je lichaam protesteren en dit uit zich in ontwenningsverschijnselen. Je kunt de controle over jezelf verliezen. Je kunt ook geestelijk ergens van afhankelijk zijn. Je hebt bijvoorbeeld het idee niet meer normaal te kunnen functioneren zonder een bepaald middel. Als je het ziet moet je het hebben, als het je wordt aangeboden, kun je geen nee meer zeggen. Daarnaast loop je het risico lichamelijke en psychische klachten te ontwikkelen en nemen ook de problemen toe op sociaal-maatschappelijk gebied.
Redenen om te gebruiken | De functie van gebruik
Je kunt drugs gebruiken om verschillende redenen. De functie van het gebruik is medebepalend voor het risico om steeds meer te gaan gebruiken. Enkele voorbeelden:
- nieuwsgierigheid (ontdekken, experimenteren)
- groepsdruk
- verdrijven van verveling
- genot, gezelligheid
- onderdrukken van angsten
- problemen niet willen voelen (eenzaamheid, stress, verdriet)
- bestaanscrisis
- zelfmedicatie/ tegengaan van ontwenning
Geestelijke en lichamelijke verslaving / afhankelijkheid
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen geestelijke en lichamelijke verslaving. De meeste middelen zijn geestelijk verslavend. Voor sommige middelen geldt dat ze zowel geestelijk als lichamelijk verslavend kunnen zijn.
Geestelijk afhankelijk
Als iemand geestelijk afhankelijk is van een bepaalde drug, dan is er sprake van de gedachte niet meer goed te kunnen functioneren zonder eerst iets te gebruiken. In je gedachten kun je niet zonder het middel, terwijl je er lichamelijk gezien wel zonder zou kunnen. Voorbeelden van middelen waaraan je geestelijk afhankelijk kan raken: alcohol, cannabis, GHB, XTC, speed en tabak. Bij tripmiddelen als LSD en paddo’s is er niet tot nauwelijks sprake van een geestelijke afhankelijkheid.
Lichamelijk afhankelijk
Als iemand lichamelijk afhankelijk is van een bepaalde drug, dan is het middel een onderdeel geworden van het lichamelijk functioneren. Je lichaam vraagt als het ware naar het middel. Als iemand stopt met het gebruik, dan gaat het lichaam protesteren in de vorm van ontwenningsverschijnselen.
Bij drugs waarbij niet direct sprake is van een lichamelijke afhankelijkheid kunnen ook ontwenningsverschijnselen optreden. De klachten hebben dan niet een direct lichamelijke oorzaak, maar zijn het gevolg van gevoelens als onrust, gespannenheid, depressiviteit of slapeloosheid.
Vaak heeft het lichaam steeds meer nodig van het middel om het gewenste effect te bereiken. Dit noemt men ook wel tolerantie. Middelen die een grote mate van lichamelijke afhankelijkheid veroorzaken zijn alcohol, heroïne en slaap- en kalmeringsmiddelen.
Ontstaan van problemen
Zowel op korte als op lange termijn kan het gebruik van drugs zorgen voor diverse problemen, niet alleen voor de gebruiker zelf, maar ook voor de directe omgeving. De hoeveelheid en intensiteit van de problemen zal toenemen naarmate er sprake is van een verslaving.
Lichamelijke problemen
De werking van drugs ontstaat door lichamelijke processen waarbij niet alleen je hersenen, maar ook andere delen van je lichaam een rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan je hart en bloedvaten, je lever, je neus en je longen. Afhankelijk van het middel dat je neemt, kan dit bij veelvuldig en langdurig gebruik voor (extra) lichamelijk klachten zorgen. Daarnaast speelt de wijze van gebruik een rol en je lichamelijke conditie en gezondheid.
Psychische problemen
Als je gebruikt omdat je psychische problemen hebt, dan verdwijnen deze niet door te gebruiken. Sommige middelen zorgen ervoor dat je problemen naar de achtergrond verschuiven, andere kunnen je gemoedstoestand juist versterken. Als je een psychische aandoening hebt, of aanleg om deze te ontwikkelen, kan het gebruik van drugs voor extra risico’s en problemen zorgen.
Psychische problemen kunnen zich verder ontwikkelen door regelmatig gebruik. Iemand die regelmatig onder invloed is, kan de realiteit verliezen. Gevoelens van schaamte, onzekerheid, stress en somberheid kunnen extra gebruik in de hand werken en zorgen voor problemen in de relationele en maatschappelijke sfeer, bijvoorbeeld bij je opleiding of op je werk.
Sociale problemen
Gebruik is altijd van invloed op je directe omgeving. Als je onder invloed bent, gedraag je je anders. Anderen kunnen zich aan je gedrag gaan storen, er iets van zeggen of je gaan negeren. Als je op den duur alleen maar bezig bent met het gebruik, kan je relatie met anderen verstoord raken, omdat je hen weinig of geen aandacht meer geeft.
Financiële problemen
Financiële problemen kunnen divers zijn: het verliezen van je baan, het betalen van boetes, het ontstaan van schulden en de prijs die je betaalt voor drugs. Als je steeds meer nodig hebt, zullen de kosten hiervoor alleen maar toenemen.
Wat zegt de wet
Verschillende instanties houden zich bezig met het drugsbeleid, in het algemeen, maar ook bij specifieke middelen als alcohol en cannabis. De overheid maakt een onderscheid in harddrugs en softdrugs. Bij dit onderscheid wordt ervan uitgegaan dat softdrugs minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan harddrugs. In werkelijkheid kan het gebruik van softdrugs ook tot (grote) problemen leiden.
Harddrugs
Harddrugs staan op Lijst I van de Opiumwet. Het zijn illegale drugs met een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid. Enkele voorbeelden zijn XTC (MDMA), amfetamine (speed), cocaïne, heroïne en GHB.
Softdrugs
Softdrugs staan op Lijst II van de Opiumwet. Volgens de overheid zijn ze minder gevaarlijk dan harddrugs. Ze zijn semi-illegaal en worden doorgaans gedoogd. Voorbeelden zijn cannabisproducten als hasj en wiet, slaap- en kalmeringsmiddelen en paddo’s (de werkzame stoffen van paddo’s staan op Lijst I).
De Opiumwet
Geneesmiddelenwet
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Info Rijksoverheid verschil hard- en softdrugs
Info Rijksoverheid softdrugs | gedoogbeleid | coffeeshops
Openbaar Ministerie > boetes drank en horeca
Openbaar Ministerie > boetes drugs
Cijfers
Er zijn verschillende publicaties die informatie geven over hoeveel er wordt gebruikt, door wie en in welke mate. Een voorbeeld van zo’n publicatie is de Nationale Drugsmonitor (NDM) van het Trimbos instituut. Hierin staat het gebruik van de meest gangbare drugs beschreven en wordt o.a. een vergelijking gemaakt tussen verschillende leeftijdscategorieën en jaren.
Het Grote Uitgaansonderzoek 2016
Nationale Drugsmonitor 2019
Haags Uitgaansonderzoek 2018
European Monitoring Centre for Drugs and Drugs Addiction
Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS)